Bergbeklimmen Bergbeklimmen is een sport die niet voor iedereen weggelegd is. Hoogtevrees maar daarnaast ook het gevaar voor vallen is een goede reden om deze sport niet te beoefenen. Daarnaast zijn er in Nederland natuurlijk ook geen bergen waar deze sport beoefend kan worden. Indoor klimhellingen zorgen ervoor dat er wat geoefend kan worden maar het verschil met het echte bergbeklimmen is natuurlijk groot.
Op weg naar de top ben je aangewezen op jezelf, op elkaar en op de ruwe natuur. Eenmaal op de top gekomen proef je de euforie van de overwinning op de berg en de overwinning op je eigen fysieke en mentale vermogens. Bergbeklimmen vormt een sportieve en natuurlijke uitdaging die een mooie compensatie vormt voor ons vaak hectische en zittende bestaan. Bij bergbeklimmen ligt de nadruk meer op lenigheid en balans dan op kracht.
Bergbeklimmen kan onderverdeeld worden in verschillende soorten. Alpinisme is een ander woord voor het beklimmen van hoge bergen zoals de Alpen, de bergen die hun naam aan deze sport lenen. Deze vorm van bergbeklimmen kan zowel rotsklimmen en ijsklimmen omvatten. Rotsklimmen is klimmen over zeer steile rotsen, dit kan zowel horizontaal als verticaal zijn. Boulderen is de naam voor verticale of horizontale beklimmingen van wat lagere rotsen, meestal zonder een touw. IJsklimmen is het klimmen op bevroren watervallen. Bij het zogenaamde Dry-toolen wordt op rotsen geklommen, maar met het materiaal voor het ijsklimmen. In een Mií-terrain klim worden, door de aard van de route, het Dry-toolen en het ijsklimmen afgewisseld. Bij de variant sportklimmen of vrij klimmen wordt op rotsen geklommen zonder hulpmiddelen als touwen en zekeringen, dus alleen met handen en voeten.